STATUTEN
Artikel 1 – Naam en zetel
1. De onderlinge waarborgmaatschappij draagt de naam: Onderlinge Hagelverzekering Maatschappij AgriVer B.A.
Zij wordt hierna aangeduid als de maatschappij.
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Zwolle
3. De maatschappij is ontstaan uit een samengaan van de Onderlinge Hagelverzekering Maatschappij AgriVer B.A., van het Onderlinge Noord-Nederlandse Hagelverzekering, opgericht op drie mei achttienhonderd twee en negentig (03-05-1892) en de Onderlinge Veenkoloniale Hagelverzekering Maatschappij, opgericht op één juli negentienhonderd tien (01-07-1910) en zij is voor onbepaalde tijd aangegaan.
Artikel 2 – Doel
1. De maatschappij stelt zich ten doel met haar leden op de nader bij deze statuten en/of reglementen vastgestelde of vast te stellen voorwaarden op onderlinge grondslag verzekerings- overeenkomsten te sluiten in het verzekeringsbedrijf dat zij ten dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent, tegen schade aan land- en tuinbouwgewassen, andere kwekerij- en teeltgewassen, alsmede aan andere door het bestuur vast te stellen, te verzekeren objecten.
2. De maatschappij kan, ter realisering van haar doelstelling, overeenkomsten aangaan met andere onderlinge waarborgmaatschappijen met een zelfde doelstelling en/of toetreden tot een organisatie op onderlinge of coöperatieve grondslag, opgericht door onderlinge verzekeringsmaatschappijen en commerciele verzekeraars in Nederland, ter gezamenlijke financiering van schaden.
Werkgebied
Artikel 2a
1. Het werkgebied van de maatschappij strekt zich uit over ons thuis land Nederland en overige Europese landen bijvoorbeeld België en Duitsland.
2. De algemene vergadering kan, zonder dat daarvoor een statutenwijziging nodig is, besluiten het in het voorgaande lid omschreven werkgebied uit te breiden.
Leden, Ledenregister
Artikel 3
1. Zij die als verzekeringnemer bij de maatschappij een overeenkomst van schadeverzekering hebben lopen, zijn van rechtswege lid van de maatschappij.
2. In geval een lidmaatschap tot een onverdeeldheid behoort, kunnen de gezamenlijke gerechtigden zich slechts door één van hen tegenover de maatschappij doen vertegenwoordigen. De toetsing vindt plaats op basis van de zogenaamde UBO-regelgeving.
3. Het bestuur houdt een register, waarin de namen en adressen van de leden zijn opgenomen, zoals deze door de leden worden opgegeven.
Artikel 4
Zowel natuurlijke als rechtspersonen die het agrarisch bedrijf, opgevat in de ruimste zin des woords, uitoefenen of een ander, bij bestuursbesluit aangewezen bedrijf, kunnen als verzekeringnemers bij de maatschappij een overeenkomst van schadeverzekering hebben lopen.
Overgang lidmaatschap
Artikel 5
Bij overdracht of overgang van de rechten en verplichtingen uit een overeenkomst van verzekering tegen schade, die bij de maatschappij loopt, gaat het lidmaatschap, voor zover uit die overeenkomst voortvloeiende, op de nieuwe verkrijger of nieuwe verkrijgers over voor zover in de overeenkomst van verzekering tegen schade hiervan niet is afgeweken.
Duur Lidmaatschap
Artikel 6
Het lidmaatschap eindigt op het moment waarop alle overeenkomsten van schadeverzekering, die het lid als verzekeringnemer bij de maatschappij heeft lopen, zijn geëindigd.
Bijzondere bepalingen
Artikel 7
1. De maatschappij is niet bevoegd door een besluit van één van haar organen wijzigingen aan te brengen in de overeenkomsten die zij met haar leden in de uitoefening van haar bedrijf heeft lopen, tenzij zij zich deze bevoegdheid in de overeenkomst op duidelijke wijze heeft voorbehouden.
2. Op een wijziging als in het vorige lid bedoeld, kan de maatschappij zich tegenover een lid slechts beroepen indien de wijziging schriftelijk aan het lid was medegedeeld.
Artikel 8
Naast de verplichtingen, die voortvloeien uit de statuten en reglementen, kunnen aan de leden bij besluit van de algemene vergadering andere verplichtingen worden opgelegd.
Artikel 9
De maatschappij kan in naam van de leden rechten bedingen. De maatschappij kan namens de leden tot handhaving van de bedongen rechten in rechte optreden, waaronder begrepen het vorderen van schadevergoeding.
Bestuur
Artikel 10
1. Het bestuur van de maatschappij bestaat uit een door de algemene vergadering vast te stellen aantal van minimaal drie leden.
2. De bestuursleden worden door de algemene vergadering uit leden benoemd.
Indien niet-leden deel uitmaken van het bestuur, zullen deze in aantal in de minderheid dienen te zijn. Het streven is maximaal één (1) externe persoon. Bij voorziening in de vacatures van het bestuur, stelt het bestuur een voordracht op, welke voordracht kan worden aangevuld, indien tenminste vijftig leden zich daartoe schriftelijk hebben verklaard. Deze voordracht moet tenminste een week voor de te houden algemene vergadering bij het bestuur worden ingediend.
Artikel 11
1. Het bestuur is belast met het besturen van de maatschappij en met de zaken welke het bij de statuten en de verzekeringsvoorwaarden wordt opgedragen.
2. Indien het aantal bestuursleden is gedaald beneden het aantal dat door artikel 10 wordt voorgeschreven, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht in de eerstvolgende algemene vergadering de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde te stellen, zodat de algemene vergadering daarin kan voorzien (zie bestuurlijk reglement).
Artikel 12
Het bestuur is bevoegd, na advies van de raad van toezicht, de in artikel 2 lid 1 bedoelde overeenkomsten te sluiten alsmede de overeenkomsten als bedoeld in lid 2 van artikel 2 aan te gaan, alsook de maatschappij te laten toetreden tot een organisatie als bedoeld in lid 2 van artikel 2.
Artikel 13
1. Het bestuur stelt na advies van de raad van toezicht een verzekeringsreglement vast, waarin worden geregeld de algemene voorwaarden van verzekering betreffende de door de maatschappij met de verzekeringnemers aan te gane overeenkomsten van schadeverzekering, onverminderd het bepaalde in artikel 7.
2. Het bestuur is bevoegd na advies van de raad van toezicht het verzekeringsreglement te wijzigen casu quo in te trekken, onverminderd het bepaalde in artikel 7.
Artikel 14
Het bestuur is, na schriftelijke goedkeuring van de raad van toezicht, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de maatschappij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling van een schuld van een derde verbindt onverminderd hetgeen elders in deze statuten is bepaald.
Artikel 15
1. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door de directie.
2. Indien op grond van het verzekeringsreglement taxatiecommissies worden ingesteld, ontvangen de leden daarvan vergoeding van reis- en verblijfkosten en een honorarium voor hun werkzaamheden.
Artikel 16
Overigens komen aan het bestuur in de maatschappij alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
Artikel 17
1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, vice-voorzitter en een secretaris aan.
2. Het bestuur vergadert indien:
a. de voorzitter dit wenselijk oordeelt;
b. twee of meer bestuursleden dit schriftelijk aan de voorzitter verzoeken.
3. Indien de voorzitter aan het in lid 2 sub b vermelde verzoek niet een zodanig gevolg geeft dat de vergadering binnen veertien dagen na het verzoek van de desbetreffende bestuursleden gehouden wordt, zijn de desbetreffende bestuursleden bevoegd zelf een bestuursvergadering bijeen te roepen, te houden binnen vier weken na het door hen ingediende verzoek.
4. De oproepingen tot de bestuursvergaderingen dienen schriftelijk (of via e-mail) te geschieden door of namens degene(n) die daartoe bevoegd is casu quo zijn, op een termijn van tenminste drie werkdagen, die van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgaaf van plaats, digitaal en tijd der vergadering en onder vermelding van de te behandelen punten.
5. De bestuursvergaderingen dienen in het werkgebied te worden gehouden.
6. Voor zover de statuten niet anders bepalen, worden alle besluiten van het bestuur genomen met meerderheid van stemmen.De directeur woont de vergaderingen bij en heeft een adviserende stem.
7. Over zaken wordt mondeling, over personen wordt schriftelijk gestemd. Of een stemming personen of zaken betreft, wordt uitgemaakt door de voorzitter der bestuursvergadering.
8. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
9. Indien bij stemming over personen bij eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft behaald, vindt herstemming plaats tussen de twee personen die de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Hij die alsdan de meeste stemmen op zich verenigt, is gekozen. Wanneer bij deze herstemming de stemmen staken, beslist het lot. Indien en voor zover, doordat twee of meer personen een gelijk aantal stemmen op zich verenigden, niet vast mocht staan welke personen voor de herstemming in aanmerking komen, zal bij een tussenstemming tussen hen die eenzelfde aantal stemmen op zich verenigden met volstrekte meerderheid van stemmen worden uitgemaakt wie van hen voor de herstemming in aanmerking komt of komen. Indien en voor zover bij deze tussenstemming niet het vereiste aantal personen voor de herstemming is aangewezen doordat wederom twee of meer personen een gelijk aantal stemmen verkrijgen, zal tussen hen op wie dat gelijk aantal stemmen is uitgebracht, het lot beslissen.
10. Ongeldige stemmen, ter beoordeling van de voorzitter der desbetreffende vergadering, en blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
11. Bestuursbesluiten kunnen zowel in als buiten vergadering worden genomen. Voor het nemen van een bestuursbesluit in vergadering is de aanwezigheid van de meerderheid der bestuursleden vereist. Een besluit buiten vergadering behoeft de instemming van drie/vierde deel van het aantal bestuursleden, hetzij schriftelijk, hetzij langs elektronische weg.
12. Het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een bestuursbesluit is niet beslissend.
13. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de maatschappij en de met haar verbonden onderneming. Wanneer ten aanzien van alle bestuurders sprake is van een dergelijk persoonlijk belang, wordt het besluit genomen door de raad van toezicht. Indien er geen raad van toezicht is ingesteld wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
Artikel 18.
1. In geval van ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de overblijvende bestuurders of is de enig overblijvende bestuurder tijdelijk met het besturen van de maatschappij belast.
2. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders, wordt de maatschappij tijdelijk bestuurd door een of meer personen die daartoe door de raad van toezicht worden aangewezen. Indien er geen raad van toezicht is ingesteld komt dit recht toe aan de algemene vergadering.
Artikel 19.
1. Een bestuurder kan het stemrecht uitoefenen door middel van een electronisch communicatiemiddel.
2. Voor toepassing van lid 1 van dit artikel is vereist dat een bestuurder via het electronische communicatiemiddel/digitaal vergaderen:
a. kan worden geïdentificeerd;
b. rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering;
c. het stemrecht kan uitoefenen; en
d. kan deelnemen aan de beraadslaging.
3. Stemmen die voorafgaand aan een bestuursvergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de veertiende dag voor die van de vergadering, worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. Voor het bepalen van het aantal bestuurders dat ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt een bestuurder die zijn stem heeft uitgebracht in overeenstemming met lid 3 van dit artikel geacht ter vergadering aanwezig te zijn.
4. In het bestuursreglement kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, worden deze voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
Artikel 20
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk vier (4) jaar na zijn benoeming af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende is tweemaal herkiesbaar, wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. Indien bijzondere omstandigheden zich voordoen kan een derde herbenoeming voor een periode van maximaal vier (4) jaar plaatsvinden. Bij bijzondere omstandigheden kan bijvoorbeeld gedacht worden aan:
– het in gevaar komen van de continuïteit van collectieve kennis en ervaring binnen het bestuur en/of
– als het een voorzitter van het Bestuur betreft die pas gedurende zijn tweede zittingstermijn voorzitter is geworden.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door bedanken, overlijden en het niet meer uitoefenen van het agrarisch bedrijf. De periode mag worden uitgediend, dit is ter beoordeling van het bestuur, opgevat in de ruimste zin des woords behoudens externe bestuurs- of raad van toezicht- leden.
4. Bij besluit van de algemene vergadering kan op voorstel van het bestuur van het bepaalde in lid 2 worden afgeweken.
Artikel 21
1. De bestuursleden kunnen de kosten, welke zij ten behoeve van de maatschappij maken, in rekening brengen bij de maatschappij onder overlegging van bewijsstukken.
2. De bestuursleden kunnen daarnaast een vergoeding genieten, waarvan de hoogte voor ieder bestuurslid afzonderlijk wordt vastgesteld door het bestuur onder goedkeuring van de raad van toezicht.
Directie en overige medewerkers
Artikel 22
1. Het bestuur benoemt, na advies van de raad van toezicht, één of meer directeuren.
2. De arbeidsvoorwaarden worden door het bestuur met de directeur(en) in een schriftelijke overeenkomst geregeld.
3. Het bestuur is bevoegd één of meer deskundigen aan de directeur(en) toe te voegen en daarvoor bepalingen vast te stellen, met dien verstande dat door het één en ander de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de directeur(en) niet worden aangetast.
4. Het bestuur is bevoegd de directeur(en) te schorsen en te ontslaan. Van een besluit tot schorsing en ontslag staat de directeur(en) binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de raad van toezicht, die binnen twee maanden na het instellen van het beroep zijn beslissing inzake het ingestelde beroep aan de betrokken directeur(en) meedeelt.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is casu quo zijn de geschorste of ontslagen directeur(en) geschorst.
5. Bij ontstentenis van een directeur wordt deze vervangen door een door het bestuur aan te wijzen gedelegeerde. De directeur(en) benoem(t)(en) in overleg met het bestuur de nodige personeelsleden, hetzij in vaste, hetzij in tijdelijke dienst, hetzij voor bepaalde werkzaamheden en stel(t)(len) de arbeidsvoorwaarden vast en regel(t)(en) de werkzaamheden. De directeur(en) ontslaa(t)(n) eveneens in overleg met het bestuur de personeelsleden als bedoeld in de vorige volzin.
Vertegenwoordiging
Artikel 23
1. Het bestuur vertegenwoordigt de maatschappij. Bovendien kan de maatschappij worden vertegenwoordigd door twee leden van het bestuur tezamen.
2. Het bestuur is bevoegd bij een daartoe strekkend besluit hetzij één of meer zijner leden hetzij de directie hetzij voor bepaalde hetzij voor onbepaalde tijd volmacht te verlenen voor het verrichten van hetzij alle hetzij bepaalde handelingen namens de maatschappij.
Raad van Toezicht
Artikel 24
De raad van toezicht bestaat uit een door de algemene vergadering vast te stellen aantal van minimaal drie personen. De raad van toezichtleden worden door de algemene vergadering uit leden benoemd. Indien niet-leden deel uitmaken van de raad van toezicht, zullen deze in aantal in de minderheid dienen te zijn. Het streven is maximaal één (1) externe persoon. In geval van een vacature is de raad bevoegd een voordracht op te maken voor de algemene vergadering, welke voordracht kan worden aangevuld, indien tenminste vijftig leden zich daartoe schriftelijk hebben verklaard. Deze voordracht moet tenminste een week vóór de te houden algemene vergadering bij de raad van toezicht worden ingediend.
Artikel 25
1. De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het
bestuur en de algemene gang van zaken in de maatschappij en de met haar verbonden onderneming. Zij staat het bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van hun taak richt de raad van toezicht zich naar het belang van de maatschappij en de met haar verbonden onderneming.
2. De raad van toezicht is voorts belast met het toezicht op:
(i) de realisatie van de statutaire en andere doelstellingen van de maatschappij;
(ii) de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen;
(iii) de financiële verslaglegging;
(iv) de kwaliteit van de dienstverlening;
(v) de naleving van wet- en regelgeving;
3. De leden van de raad verdelen onderling de functies. Indien het aantal leden van de raad is gedaald beneden het door de algemene vergadering vastgestelde aantal als bedoeld in lid 1 van artikel 24, blijft de raad van toezicht bevoegd. Wel is het bestuur alsdan verplicht in de eerstvolgende algemene vergadering te voorzien in de open plaats of de open plaatsen aan de orde te stellen, zodat de algemene vergadering daarin kan voorzien.
4. Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van de taak van de raad van toezicht noodzakelijke gegevens.
5. Het bestuur overlegt ten minste een keer per jaar met de raad van toezicht over de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico’s en het beheers- en controlesysteem van de maatschappij.
6. Het bestuur is verplicht aan de raad van toezicht alle door hem gewenste inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der maatschappij te geven.
7. De raad van toezicht is bevoegd zich op kosten van de maatschappij door een deskundige te doen bijstaan.
8. De raad van toezicht is te allen tijde bevoegd een algemene vergadering bijeen te roepen.
9. De raad van toezicht is te allen tijde bevoegd een bestuurslid te schorsen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een door de algemene vergadering genomen besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
10. Een lid van de raad van toezicht neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming, indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de maatschappij en de met haar verbonden onderneming. Wanneer ten aanzien van alle leden van de raad van toezicht sprake is van een dergelijk persoonlijk belang, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
Artikel 26
1. In geval van ontstentenis of belet van een lid van de raad van toezicht zijn de overblijvende leden van de raad van toezicht of is het enig overblijvende lid van de raad van toezicht tijdelijk met het toezichthouden belast.
2. In geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht, wordt het toezicht tijdelijk uitgeoefend door een of meer personen die daartoe door de algemene vergadering worden aangewezen.
Artikel 27
1. Elk lid van de raad van toezicht, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door een algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk lid van de raad van toezicht treedt uiterlijk vier (4) jaar na zijn benoeming af volgens een door de raad van toezicht op te maken rooster van aftreding. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. De aftredende is tweemaal voor een periode van vier (4) jaar herkiesbaar.
3. Het lidmaatschap van de raad van toezicht eindigt voorts door bedanken, overlijden en het niet meer uitoefenen van het agrarisch bedrijf, opgevat in de ruimste zin des woords. Na bedrijfsbeeindiging mag de lopende periode uitgediend worden, dit is ter beoordeling van het bestuur.
Artikel 28
De leden van de raad van toezicht ontvangen een vacatiegeld en een vergoeding voor de reis-en verblijfkosten, vast te stellen door het bestuur. De leden van de raad van toezicht kunnen de kosten, welke zij ten behoeve van de maatschappij maken, in rekening brengen bij de maatschappij onder overlegging van bewijsstukken.
Algemene vergadering
Artikel 29
1. Aan de algemene vergadering komen in de maatschappij de bevoegdheden toe die door de wet of de statuten aan haar zijn opgedragen.
2. Jaarlijks wordt binnen de termijn die geldt voor toepassing van artikel 37 een algemene vergadering gehouden. In de vergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag als bedoeld in artikel 37;
b. de vaststelling van de jaarrekening;
c. het verslag van de raad van toezicht als bedoeld in artikel 37.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur of de raad van toezicht zulks wenselijk oordeelt onverminderd het bepaalde in het navolgende lid.
4. Voorts is op schriftelijk verzoek van tenminste vijftig leden het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept of bij advertentie in tenminste één ter plaatse waar de maatschappij gevestigd is veel gelezen dagblad.
Artikel 30
Elk lid heeft in de algemene vergadering één stem. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigde andere stemgerechtigde laten uitbrengen, met dien verstande, dat niemand als stemgerechtigde gemachtigde van meer dan één stemgerechtigde kan optreden.
Artikel 31
1. De algemene vergaderingen worden gehouden voor wat betreft de vergaderingen die door het bestuur worden opgeroepen, op een door het bestuur aan te wijzen plaats.
2. De algemene vergaderingen welke door het bestuur worden opgeroepen, worden geleid door de voorzitter casu quo vice-voorzitter van het bestuur; ontbreken de voorzitter en de vice-voorzitter dan voorziet het bestuur in de leiding. De overige algemene vergaderingen voorzien zelf in de leiding.
3. Zo nodig wijst de voorzitter van de algemene vergadering drie stemopnemers aan. De stemopnemers mogen geen bestuursleden zijn.
Artikel 32
1. Een lid kan het stemrecht uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel.
2. Voor de toepassing van het vorige lid van dit artikel is vereist dat het lid via het elektronisch communicatiemiddel:
kan worden geïdentificeerd;
a. rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering;
b. het stemrecht kan uitoefenen; en
c. kan deelnemen aan de beraadslaging.
3. Stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de veertiende dag voor die van de vergadering, worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. Voor het bepalen van het aantal leden dat ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt een lid dat zijn stem heeft uitgebracht in overeenstemming met dit lid 3 geacht ter vergadering aanwezig te zijn.
4. In het huishoudelijk reglement kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het electronisch communicatiemiddel. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, worden deze voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
Artikel 33.
1. Geen persoon kan tegelijk deel uitmaken van de raad van toezicht en het bestuur.
2. Het bestuur stelt met goedkeuring van de raad van toezicht en de algemene vergadering een klokkenluidersregeling vast die algemeen bekend wordt gemaakt. In de klokkenluidersregeling wordt vastgelegd hoe gerapporteerd kan worden over vermeende onregelmatigheden binnen de maatschappij van algemene, operationele en/of financiële aard.
3. Het bestuur stelt met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en met inachtneming van deze statuten, een reglement op waarin aangelegenheden, haar intern betreffende, worden geregeld, waaronder begrepen doch niet beperkt tot haar taken, bevoegdheden, taakverdeling, regels omtrent besluitvorming, verantwoordelijkheden en transparantie en onafhankelijkheid. Voorts kunnen bestuurders, al dan niet bij reglement, hun werkzaamheden onderling verdelen.
4. De raad van toezicht stelt een reglement vast, waarin aangelegenheden, haar intern betreffende, worden geregeld.
5. Het bestuur en de raad van toezicht kunnen een huishoudelijk reglement vaststellen.
6. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat noch met de statuten.
7. Het huishoudelijk reglement wordt gewijzigd en ingetrokken op gelijke wijze als het is vastgesteld.
Artikel 34.
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur onverminderd het bepaalde in artikel 25 lid 8 en artikel 29 lid 4. De oproeping geschiedt per advertentie in door het bestuur aan te wijzen nieuws- en/of landbouwbladen. De termijn van oproeping bedraagt tenminste tien dagen.
2. Tot de algemene vergadering worden opgeroepen de leden alsmede de overige personen die toegang hebben tot de algemene vergadering.
3. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld alsmede de plaats en het tijdstip onverminderd het bepaalde in artikel 41 en artikel 42.
4. Besluiten over onderwerpen welke niet bij de oproeping zijn vermeld, behoeven een meerderheid van de uitgebrachte stemmen die groter is dan de helft van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht onverminderd het bepaalde in artikel 42 en artikel 43.
Artikel 35.
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de maatschappij, de leden van de raad van toezicht ,bestuursleden, taxateurs en vertegenwoordiging van het personeel, onverminderd het bepaalde in lid 2. Leden hebben stemrecht zie artikel 30.
2. Geen toegang hebben geschorste leden, geschorste bestuursleden en geschorste leden van de raad van toezicht.
. Over toelating van andere dan de in de leden 1 en 2 bedoelde personen beslist het bestuur.
4. Ieder lid kan zich ter vergadering door een schriftelijk gevolmachtigde doen vertegenwoordigen met dien verstande, dat niemand voor meer dan één lid als gevolmachtigde kan optreden.
Artikel 36.
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der algemene vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van stemmen.
4. Over zaken wordt mondeling, over personen wordt schriftelijk gestemd. Of een stemming personen of zaken betreft, wordt uitgemaakt door de voorzitter van de algemene vergadering.
5. Bij staken van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
6. Indien bij stemming over personen bij eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft behaald, vindt herstemming plaats tussen de twee personen die de hoogste stemmen op zich hebben verenigd. Hij die alsdan de meeste stemmen op zich verenigt, is gekozen. Wanneer bij deze herstemming de stemmen staken, beslist het lot. Indien en voor zover, doordat twee of meer personen een gelijk aantal stemmen op zich verenigden, niet vast mocht staan welke personen voor de herstemming in aanmerking komen, zal bij een tussenstemming tussen hen die eenzelfde aantal stemmen op zich verenigden, met volstrekte meerderheid van stemmen worden uitgemaakt wie van hen voor de herstemming in aanmerking komt of komen. Indien en voor zover bij deze tussenstemming niet het vereiste aantal personen voor de herstemming is aangewezen doordat wederom twee of meer personen een gelijk aantal stemmen is verkregen, zal tussen hen op wie dat gelijk aantal stemmen is uitgebracht, het lot beslissen.
7. Ongeldige stemmen, ter beoordeling van de voorzitter der desbetreffende vergadering, en blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
Jaarrekening
Artikel 37.
1. Het boekjaar van de maatschappij loopt van één januari tot en met eenendertig december.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de maatschappij zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn vanwege bijzondere omstandigheden met maximaal vier (4) maanden, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de jaarrekening rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur.
4. Het bestuur dient uiterlijk één maand voor de vergadering als bedoeld in lid 3 de rekening en verantwoording door overlegging van de jaarrekening aan de raad van toezicht ter onderzoek ter beschikking te stellen.
5. De raad van toezicht onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt tegelijk met overlegging daarvan verslag van haar bevindingen uit aan de algemene vergadering op de vergadering als bedoeld in lid 3. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de raad van toezicht zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de raad van toezicht alle door hem gewenste inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der maatschappij te geven.
6. De jaarrekening en het verslag van de raad van toezicht worden van de dag der oproeping tot de in lid 3 bedoelde algemene vergadering tot de afloop van die vergadering door het bestuur voor de leden ter inzage gelegd op het kantoor van de maatschappij en een afschrift wordt op verzoek kosteloos toegezonden aan de leden.
De jaarrekening wordt door de voorzitter en de secretaris van het bestuur en door de voorzitter en de secretaris van de raad van toezicht getekend. Ontbreken één of meer handtekeningen, dan wordt de reden daarvan vermeld.
7 Door vaststelling van de jaarrekening door de algemene vergadering wordt niet automatisch decharge verleend aan het bestuur en/of de raad van toezicht, hiervoor is een apart besluit nodig van de algemene vergadering.
8. Alvorens tot vaststelling daarvan over te gaan, geeft de maatschappij, met inachtneming van het bepaalde in artikel 393 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, aan een accountant de opdracht tot onderzoek van de jaarrekening. Tot het verlenen van de opdracht is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan komt de raad van toezicht deze bevoegdheid toe en zo deze in gebreke blijft, het bestuur. De aanwijzing van een accountant wordt door generlei voordracht beperkt; de opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door de algemene vergadering en door degene die haar heeft verleend. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van toezicht en aan het bestuur; hij geeft -zo hij daartoe op grond van de wet bevoegd is – de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring van getrouwheid weer.
9. Een exemplaar van de jaarrekening en de verklaring van de jaarrekening en de verklaring van de accountant dienen binnen acht dagen na de vaststelling van de jaarrekening ter nederlegging te worden aangeboden aan het kantoor van het handelsregister waar de maatschappij is ingeschreven.
Premie
Artikel 38.
1. Van iedere verzekeringnemer wordt ter dekking van schaden en alle verdere verplichtingen der maatschappij een premie geheven naar een tarief dat jaarlijks wordt vastgesteld door het bestuur.
2. Het bestuur is bevoegd een differentiatie in het tarief toe te passen.
3. Bij het vaststellen van de premie zal, voor zover rechtens mogelijk is, worden nagestreefd dat de extra waarborgen van de maatschappij aan de wettelijk voorgeschreven minima zullen blijven voldoen.
4. Indien een verzekeringnemer binnen zestig dagen na aanbieding van de nota de verschuldigde premie niet heeft voldaan, kan het bestuur besluiten tot gerechtelijke invordering over te gaan. Alle kosten, zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke, komen voor rekening van de betrokken deelnemer, alsmede de wettelijk verschuldigde rente.
5. Het bestuur kan na overleg met de raad van toezicht besluiten voor bepaalde takken van verzekering en/of dekkingen met een catastrofekarakter een premieomslag toe te passen, deze regeling moet dan blijken uit de voor deze dekking van toepassing zijnde voorwaarden
Indien de voorheffingspremie van bepaalde takken van verzekering niet voldoende zijn voor betaling van de schade en de kosten kan het bestuur besluiten om de schadevergoedingsplicht voor deze met name genoemde takken van verzekering naar gelang van de beschikbare middelen te beperken.
Van een dergelijke mogelijkheid wordt in de voorwaarden van deze takken van verzekering melding gemaakt
Winstbepaling, Winstbestemming
Artikel 39.
1. Indien het totaal van de over een boekjaar ontvangen baten een overschot boven de lasten mocht opleveren, hebben de leden recht op dit overschot, naar evenredigheid van hun aandeel in de premie over het afgelopen boekjaar, tenzij de algemene vergadering op voorstel van het bestuur/directie besluit (een deel van) dit overschot toe te voegen aan de algemene reserve.
2. De algemene reserve kan door het bestuur worden gebruikt om tot een spoedige uitkering van de schadevergoedingen te geraken en/of ter vermijding van kleine en/of herhaalde omslagen.
De algemene vergadering kan op voorstel van het bestuur besluiten om het overschot aan de leden met verzekeringsovereenkomsten in te onderscheiden takken van verzekering uit te keren in evenredigheid met de mate waarin deze onderscheiden takken aan het overschot hebben bijgedragen.
3. De algemene vergadering kan op voorstel van het bestuur besluiten om het overschot voor bepaalde takken van verzekeringen overeenkomstig het onder 2 bepaalde niet uit te keren maar te doen bijschrijven op een ledenrekening.
4. Voor zover de wet dat toestaat wordt ingeval van eindigen van het lidmaatschap het aandeel in de ledenrekening van het betrokken lid aan hem uitbetaald binnen een jaar na afloop van het boekjaar, waarin of waarmee het lidmaatschap eindigt.
5. Omslagen als bedoeld in artikel 38 kunnen van het aandeel in de ledenrekening worden afgeboekt met dien verstande dat vanaf de ledenrekening alleen betalingen aan de leden plaatsvinden als daardoor de vereiste solvabiliteitsmarge niet daalt beneden het vereiste niveau.
6. In geval van liquidatie van de maatschappij kan vereffening van de ledenrekening eerst plaatsvinden, nadat alle andere schulden zijn voldaan.
7. Van elke betaling vanuit de ledenrekening, anders dan op grond van individueel eindigen van het lidmaatschap, dient de Nederlandsche Bank in kennis te worden gesteld uiterlijk één maand voor de datum van de voorgenomen betaling. Daadwerkelijke betaling kan pas plaatsvinden indien de Nederlandsche Bank binnen deze termijn niet te kennen heeft gegeven niet met deze betaling in te stemmen of zoveel eerder als de Nederlandsche Bank te kennen heeft gegeven met deze betaling in te stemmen.
8. De bepalingen van dit artikel kunnen slechts worden gewijzigd met instemming van de Nederlandsche Bank.
Aanzuivering verlies
Artikel 40.
1. Indien in enig boekjaar der maatschappij een verlies wordt geleden, zal dit verlies op voorstel van het bestuur krachtens een besluit van de algemene vergadering worden aangezuiverd uit een voorziening en/of reserve en/of het vermogen van de maatschappij.
2. Van een in enig boekjaar geleden verlies kan slechts een zodanig bedrag uit een voorziening en/of reserve en/of het vermogen van de maatschappij worden aangezuiverd dat de extra waarborgen van de maatschappij aan het wettelijk voorgeschreven minimum blijven voldoen.
Statutenwijziging
Artikel 41.
1. In de statuten van de maatschappij kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijzigingen van de statuten zullen worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste tien dagen vóór de vergadering een afschrift van het voorstel waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden en op verzoek van de leden een afschrift van het voorstel toezenden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste drie/vierde van het aantal uitgebrachte stemmen.
4. Het bepaalde in de eerste twee leden is niet van toepassing indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
5. Het tijdstip van inwerkingtreding ener statutenwijziging wordt door de algemene vergadering bepaald met dien verstande dat de wijziging niet in werking treedt dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.
Ontbinding
Artikel 42.
1. De maatschappij wordt ontbonden:
a. door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering, genomen met inachtneming van het bepaalde in lid 2;
b. door insolventie, nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
c. door de rechter in de gevallen in de wet bepaald;
d. door het geheel ontbreken van leden.
2. De maatschappij kan door een besluit van de algemene vergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar de ontbinding van de maatschappij wordt voorgesteld, worden ontbonden.
3. Een besluit tot ontbinding behoeft tenminste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste een tiende deel der leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet een tiende deel van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd dan wordt binnen vier weken doch niet eerder dan twee weken na de eerste vergadering een tweede vergadering gehouden waarin over het voorstel tot ontbinding zoals in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden kan worden besloten, mits met tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen.
4. Het bepaalde in de eerste twee leden is niet van toepassing indien in de algemene vergadering alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot ontbinding met algemene stemmen wordt genomen.
5. De ontbinding van de maatschappij wordt ingeschreven in het handelsregister waar de maatschappij is ingeschreven. In het geval onder a van lid 1 wordt hiervoor zorggedragen door hen die met de vereffening zijn belast, in de gevallen onder b van lid 1 door de curator in het faillissement, in het geval onder c van lid 1 door de griffier van het college waarvoor de zaak laatstelijk aanhangig was, in het geval onder d van lid 1 door de laatste bestuursleden of door de vereffenaars.
Vereffening
Artikel 43
1. In geval van ontbinding van de maatschappij door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering geschiedt de vereffening door het bestuur van de maatschappij tenzij bij een besluit tot ontbinding andere vereffenaars zijn aangewezen.
2. Op verzoek van één of meer belanghebbenden of op vordering van het openbaar ministerie kan een rechtbank, door vereffenaars te benoemen, aan de taak van de in het vorige lid genoemde vereffenaars een einde maken op grond, dat deze hun taak niet naar behoren verrichten of dat het aannemelijk is, dat de schulden de baten overtreffen.
3. In geval van ontbinding van de maatschappij door insolventie na faillietverklaring geschiedt de vereffening door de curator overeenkomstig de faillissementswet of een daarvoor in de plaats gekomen wettelijke regeling.
4. In geval van ontbinding van de maatschappij door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel, geschiedt voor zover nodig de vereffening door het bestuur, tenzij anderen als vereffenaars zijn aangewezen.
Verdeling saldo bij ontbinding
Artikel 44
1. Indien bij ontbinding van de maatschappij blijkt dat haar bezittingen haar schulden overtreffen, verdelen vereffenaars het saldo over de leden in verhouding van de in de laatste vier aan de ontbinding voorafgaande jaren door hen schuldig geworden premies. Schuldig geworden doch niet voldane premies moeten nog onverminderd worden voldaan; daarbij geldt het in artikel 38 bepaalde.
2. Voor toepassing van het in lid 1 bepaalde moeten ook als leden worden aangemerkt degenen, die minder dan een jaar te voren hebben opgehouden leden te zijn.
3. Bij ontbinding der maatschappij met het doel een fusie aan te gaan met een andere onderlinge waarborgmaatschappij met een vergelijkbare doelstelling is lid 1 niet van toepassing.
Aansprakelijkheid bij ontbinding
Artikel 45
1. Zij die bij ontbinding leden waren of minder dan een jaar te voren hebben opgehouden leden te zijn, zijn tegenover de vereffenaars naar de in artikel 44 aangegeven maatstaf voor een tekort aansprakelijk, met dien verstande dat een lid of oud-lid aansprakelijk is voor maximaal een bedrag aan twaalf en vijf/tiende procent (12,5%) van de som van de door hem over de laatste vier jaar verschuldigde premies. (nettopremie dat wil zeggen exclusief externe subsidie overheid met betrekking tot de Brede Weersverzekering (BWV)). Wordt de maatschappij ontbonden door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard, dan wordt de termijn van een jaar niet van de dag van ontbinding maar van de dag der faillietverklaring gerekend.
2. Kan op één of meer van de leden of oud-leden het bedrag van zijn aandeel in het tekort niet worden verhaald, dan zijn voor het ontbrekende de overige leden en oud-leden, ieder naar evenredigheid van zijn aandeel, aansprakelijk onverminderd het bepaalde in lid 1. Deze aansprakelijkheid bestaat ook indien de vereffenaars afzien van verhaal op een of meer leden of oud-leden, op grond dat door de uitoefening van het verhaalsrecht een bate voor de boedel niet zou worden verkregen. Indien de vereffening geschiedt onder toezicht van personen, door de wet met dat toezicht belast, kunnen de vereffenaars van dit verhaal slechts afzien met machtiging van deze personen.
3. De aansprakelijke leden en oud-leden zijn gehouden tot onmiddellijke betaling van hun aandeel in een geraamd tekort, tot voorlopige dekking van een nadere omslag voor de kosten van invordering en van het aandeel van hen, die in gebreke mochten blijven aan hun verplichting te voldoen onverminderd het bepaalde in lid 1.
Boeken en bescheiden na vereffening
Artikel 46
1. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden maatschappij gedurende dertig jaren berusten onder de door de algemene vergadering te benoemen bewaarder.
2. Indien een bewaarder ontbreekt, kan iedere belanghebbende de rechtbank binnen wier rechtsgebied de ontbonden maatschappij haar zetel had, verzoeken een bewaarder aan te wijzen.
3. De bewaarder is gehouden zijn benoeming als zodanig ter inschrijving op te geven aan het openbaar register waar de ontbonden maatschappij was ingeschreven.
Geschillen
Artikel 47
Geschillen tussen de maatschappij en een lid die voortvloeien uit een overeenkomst van verzekering, worden beslist op de wijze zoals bepaald in de reglementen behorende bij de verzekeringsovereenkomsten en in laatste instantie door de burgerlijke rechter.
Huishoudelijk reglement
Artikel 48
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat noch met de statuten.
3. Het huishoudelijk reglement wordt gewijzigd en ingetrokken op gelijke wijze als het is vastgesteld.